Selecteer de taal

 

Nee, maar veel scheelt het niet.

Alleen KODAK produceert nog 35mm film voor de filmindustrie.

Meer dan 90% van de bioscoopfilms wordt vandaag digitaal geschoten. Niet op film dus, maar op een elektronische sensor, die de beelden registreert, waarna ze opgeslagen worden op een gepast medium (zoals bijv. SSD schijfjes of CFast kaarten)[i]. En ze worden ook digitaal geprojecteerd. Dus die immens grote filmprojectoren van weleer zijn ook een met uitsterven bedreigde soort.

35mm projector
Wat niet helpt, is dat de producenten van de “klassieke” 35mm filmcamera’s zoals het Amerikaanse Panavision, het Duitse Arri, het Franse Aaton allen ergens rond 2010 beslist hebben geen filmcamera’s meer te gaan produceren. Er zijn er nog veel in omloop (vooral in verhuurbedrijven), en de kwaliteit van die dingen maakt dat ze héél lang meegaan, maar ooit gaan ze kapot en kunnen ze niet meer hersteld worden. Aaton is gewoon uit de branche gestapt, en maakt enkel nog toestellen voor geluidsopnames.

Sommige filmmakers blijven zweren bij film, Quentin Tarantino niet de minste. Die vindt digitale film alleen maar “TV voor grote zalen”. Hij heeft er ooit mee gedreigd te stoppen met het maken van films, omdat de meeste bioscopen in de VS geen filmprojectoren meer hebben.

We hoeven ons daar geen zorgen over te maken: 35mm film wordt, als hij helemaal af is, toch gedigitaliseerd voor projectie. The “look and feel” van film wordt daarbij in grote mate behouden.

Er is wel een middenweg: digitaal filmen en nabewerken, en dan het resultaat op 35mm film projecteren. Maar dat is voor de die-hards als Tarantino en Christopher Nolan maar een goedkoop trucje.

Er bestaat zelfs software om in de nabewerking je digitale opnames een “film look” te geven. Je kan de korrel van een filmemulsie nabootsen, de specifieke contrastcurves en kleurpaletten van verschillende Kodak en Fuji films benaderen. Het werkt wel, maar ik heb het geprobeerd en ik vond dat het vooral leek op een digitale opname waar men een film look aan heeft willen geven. Misschien had ik er op moeten blijven doorwerken voor een beter resultaat. Ik vond het maar een aardigheid.

De ironie is: veel van wat de 35mm film zijn eigen “look” geeft, komt eigenlijk van de tekortkomingen van de film en van de scheikundige processen voor de ontwikkeling.


De beelden die je schiet met de huidige digitale cinemacamera’s zoals we ze noemen (die in de plaats zijn gekomen van de traditionele filmcamera’s) zijn schitterend. Maar een beetje anders. Alle grote namen in de industrie maken tegenwoordig top digitale filmcamera’s (Sony, Canon, Arri, Panasonic, ...Panavison ook, maar die kan je alleen maar huren). Er zijn ook enkele nieuwkomers zoals het Amerikaanse RED en het Australische Blackmagic Design, die de “klassiekers” naar de kroon steken, en stilaan hun plaats veroveren op de markt. Voor de puristen blijft het “video”.


Zelf zie ik ook wel het verschil. Als ik erop let. En als ik de film in de bioscoop zie. Op TV, op je computer, op je iPad of Smartphone is het eigenlijk niet echt te zien: tegen dat de film is gedigitaliseerd, aangepast aan de TV of YouTube normen, gecomprimeerd om opslag en verdeling te vergemakkelijken, is er al zoveel afgeschaafd dat het niet meer uitmaakt.

Wat niet wegneemt: er is een verschil. De vraag is: so what?

Ik film met cinemacamera’s van RED en Blackmagic. De beelden die je ermee krijgt zijn fantastisch, of liever: kunnen fantastisch zijn, als je weet hoe je met die dingen moet omgaan (vergeet autofocus, vergeet automatische belichting, vergeet automatisch alles). Wat dat betreft zijn ze hun filmequivalenten waardig. Maar ze zijn (een beetje) anders: kleurverzadiging, contrast, doortekening in de schaduwen of in de lichte partijen, een elektronische sensor reageert nu eenmaal anders op licht dan een filmemulsie. Maar dat had je ook als je filmde met Fuji of met Kodak. Ikzelf heb altijd Kodak gebruikt voor zwart/wit en Fuji voor kleur. En binnen het Fuji gamma had ik nog mijn voorkeuren, omdat elke emulsie zijn eigen karakter heeft.

Het is wel zo dat digitale opnames er erg gelikt kunnen uitzien. Dat werkt goed voor commercials, misschien minder voor (sommige) films. Maar ik vind niet dat film per se beter is. Het een is het een, het ander is het ander. Kijk naar “The Hobbit”, “The Great Gatsby”, “Pirates of the Carribean”... allemaal met RED geschoten. Stuk voor stuk knappe films, met prachtige beelden. Ze zijn dan ook gemaakt door top regisseurs en top cineasten. En de nabewerking is toevertrouwd aan de grootste specialisten in het vak.


Eigenlijk doet de discussie denken aan het debat CD tegen LP, dat is blijven woeden tot de CD zo goed als verdween door de introductie van streaming. Mijn generatie herinnert zich de introductie van de CD. “Geen krassen meer, geen schokken van de plaat meer, geen getik meer, enz.” Praktisch. Maar wel een vrij “glasachtig” en kil geluid, dat vooral de HiFi liefhebbers van klassieke muziek stoorde. Ikzelf had de gewoonte de CD’s te kopiëren op een cassette, en die dan af te spelen: warmer, echter. Later ben ik weer op vinyl overgestapt, met een oudmodische Hifi op buizen. Vanaf de jaren 90 was dat probleem van de CD eigenlijk opgelost. En de jongere generaties, die niet eens wisten wat een LP was, stoorden zich hier allemaal niet aan.

Mijn kleinkinderen hebben nog nooit een 35mm film gezien. Tegen dat ze volwassen zijn, zullen die enkel nog in de cinematheken te zien zijn.

En dan denk ik: “Waar zijn we nu eigenlijk mee bezig?”

 

[i] Welke media precies heeft hier niet zoveel belang. Er is een grote variëteit, en de keuze wordt meestal bepaald door de snelheid waarmee de media de beeldenstroom kunnen “slikken”. 4K aan 120 beelden per seconde eist veel meer van de opslagmedia van een gewone HD-resolutie aan 24 beelden per seconde.

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.